Niemandskind
Keet gaat met haar vriendje Niek en diens vader op vakantie naar zee. Ze verblijven in een oud en eerder verwaarloosd hotelletje midden in de duinen. Al gauw ontdekt Keet dat er een geest in het hotel verblijft. Al heeft ze er helemaal geen zin in, ze wil uitzoeken wat er aan de hand is. Ze ontdekt een oud geheim…
Dit is het tweede verhaal over Keet en haar vriendje Niek. Het verhaal op zich is weinig spannend of griezelig te noemen. Het draait eigenlijk in grote mate rond de relaties tussen de jongeren en hun ouders en wat er daartussen allemaal gebeurt. Beide ouders van de jongeren zijn gescheiden en hebben een andere relatie. De oma van Keet is al enige tijd weduwe en blijkt nu ook nog te gaan trouwen. De volwassenen delen wel een aantal zaken mee aan hun kinderen maar lijken niet te beseffen dat zij hen daarmee met een aantal problemen opzadelen. En net dat zijn dingen waar de jongeren over piekeren en niet direct een plaats kunnen geven. Daarnaast is er nog hun eigen (kalver-)liefde-relatie die voor de nodige vlinders of problemen zorgt. Het lijkt erop dat de auteur doorheen het verhaal van de geest in het hotel de lezer een beeld wil meegeven dat al die problemen waarmee volwassenen geconfronteerd kunnen worden een deel van het dagelijkse leven zijn maar dat ze geen ‘last’ mogen zijn voor jongeren. De jongeren moeten hun eigen leven zien uit te bouwen om te groeien in hun relaties en eigenwaarde. Een verhaal dat jongeren een ‘spiegel’ wil voorhouden dat ingewikkelde relaties en volwassenenproblemen geen domper mogen zetten op hun eigen leven.
Pol Van Damme - december 2010
Auteur
Tanneke Wigersma
Uitgeverij
Querido
Jaartal
2010
ISBN
9789045111728
Aantal pagina's
173
Prijs
€13,95