Ku-ke-le-kuu! kraait Giraf
In de jungle is Haan altijd als eerste wakker. Maar op een dag komt er geen gekraai uit zijn bek maar een oorverdovende grom. Iedereen wordt verrast wakker, vooral de leeuw omdat dat klonk als zijn grom. Wanneer hij zelf wil grommen, komt er alleen een kleine piep uit zijn mond. De olifant moet daardoor lachen maar in plaats van te trompetteren begint hij te sissen. En de slang kan enkel krijsen. Daardoor is de papegaai benieuwd welk geluid hij nu kan maken. Een luid getetter is het, wat de olifant boos maakt. En ook alle andere dieren, want niemand is gelukkig met zijn nieuwe geluid. Tot de giraf zich afvraagt of hij nu eindelijk ook een geluid heeft. En dan weerklinkt een luide Ku-ke-le-kuu…
Voorlezen met dierengeluiden is altijd fijn. En zeker in dit geval wanneer alles mis loopt. Tijdens het voorlezen kan er vrolijk gebruld en gesist worden, niet alleen bij de foute geluiden doorheen het verhaal, maar ook door telkens de vraag te stellen wat dan wel het juiste geluid is van elk dier.
De tekst vertelt op een vlotte manier de eigenaardige gebeurtenis in de jungle. Daarbij horen kleurrijke illustraties van de dieren die helemaal uit het boek springen. Vrolijke pop-ups maken de belevenissen van de dieren nog indrukwekkender. Daardoor zal het boek telkens weer voorgelezen moeten worden, met veel aandacht voor de opspringende dieren. Voorzichtig behandelen dus.
Mik Ghys - april 2025
Auteur
Keith Faulkner
Illustrator
Jonathan Lambert
Uitgeverij
Pelckmans
Jaartal
2025
ISBN
9789463838382
Aantal pagina's
13
Vertaald uit
Engels
Originele titel
The Giraffe Who Cock-a-Doodle-Doo’d
Vertaler(s)
Anna Dolinda