Een stip aan het einde van de wereld
Lucine moet samen met haar moeder en haar kleine broertje vluchten nadat haar vader werd opgepakt vanwege een kritisch artikel in de krant over het regime in Armenië. Ze komen in Nederland terecht waar ze in verschillende opvangcentra terecht komen terwijl hun asielaanvraag wordt behandeld. Het telkens weer aanpassen en de onzekerheid of hun aanvraag zal worden goedgekeurd, maken het voor Lucine niet gemakkelijk. Gelukkig leert ze enkele mensen kennen die hen willen helpen.
Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Lucine, in de ik-vorm. De lezer weet dus net zoveel of zo weinig als Lucine. Het voordeel is dat de lezer hiermee ook deelt in haar twijfels, angsten en gedachten. Ze deelt de zorgen van haar moeder, maar weet ook niet alles. Ze zorgt ook veel voor haar kleine broertje dat te jong is om te beseffen wat er allemaal aan de hand is. Hij is al blij als hij zijn knuffel heeft en er een speeltuin bij het centrum is waar ze verblijven.
Lucine sluit vriendschap met enkele andere kinderen waardoor ze haar zorgen wat kan vergeten. Ze voelt zich zelfs schuldig als ze zich eens kan ontspannen of plezier maken, terwijl haar vader in de gevangenis zit. Ze ervaart ook verschillen tussen vluchtelingen uit andere streken.
Het is niet de bedoeling van de auteur om een spannend of spectaculair verhaal te schrijven over vluchtelingen. Wel krijgt de lezer een beeld hoe vluchtelingen zich voelen als ze plots en ongewild in een totaal vreemde wereld met een andere taal en andere gebruiken terechtkomen.
Vanuit de christelijke instelling van de uitgeverij is het te verstaan dat de kerk een belangrijke rol speelt in dit verhaal over de opvang van vluchtelingen. Racisme komt slechts heel even aan bod.
Het verhaal kan een goed uitgangspunt vormen om in gespreksgroepen of klassen het vluchtelingenprobleem bespreekbaar te maken.
Pol Van Damme - oktober 2017
Auteur
Femmie van Santen
Uitgeverij
Callenbach
Jaartal
2017
ISBN
9789026622267
Aantal pagina's
219
Prijs
€14,99