De vuurvogel
Op een van zijn tochten op zoek naar spannende avonturen stoot prins Ivan plots op een mysterieuze boomgaard met een hoog, en al even mysterieus, hek. Nieuwsgierig als hij is, dringt prins Ivan binnen in de boomgaard, en gaat op ontdekking in het vreemde en duistere landschap. Tot er plots een vogel opduikt die de boomgaard zo fel doet oplichten dat het lijkt alsof die in lichterlaaie staat. De prachtige vuurvogel toont zijn verenpracht aan prins Ivan, die meteen besluit dat dit magnifieke beest prachtig zou staan in zijn eigen tuin. De vuurvogel is echter niet van zin zich zomaar te laten opsluiten, en maakt een afspraak met prins Ivan, zijn vrijheid voor een pluim uit zijn magische vederdek. Die pluim – vertelt de vuurvogel – zal de prins namelijk nodig hebben nu hij is binnengedrongen in het rijk van de verschrikkelijke reus Kashei, die onoverwinnelijk is en twaalf beeldmooie prinsessen vasthoudt in zijn kasteel. Onverschrokken als prins Ivan is, én met de geruststellende gedachte de pluim van de vuurvogel in zijn bezit te hebben, besluit hij de verschrikkelijke Kashei te trotseren. Maar menig prins die dat al probeerde, staat versteend te pronken in de beeldentuin van de reus. Wacht prins Ivan dan niet hetzelfde lot … ?
De vuurvogel is gebaseerd op de gelijknamige mythische figuur uit de Russische folklore en meer specifiek op het verhaal zoals geschreven voor het Russische ballet – met wederom dezelfde naam – op muziek van Stravinsky. Het verhaal wijkt heel licht af in de tekst met een reus als slechterik in plaats van een tovenaar, en met de iets makkelijker uitspreekbare naam ‘Kashei’ dan het originele ‘Kosjtsjej’. De voorlezer dankt u! Wat dan weer wel wat feller afwijkt, zijn de tekeningen in het boek. Deels kan je het de illustrator niet kwalijk nemen dat ze de tuin van Kashei herinterpreteert met een variatie aan prachtig paddenstoelen, bloemen en planten die met lijntekeningen een feeërieke sfeer neerzetten. Die stijl wordt ook doorgetrokken in de prinsen en wachters die allen mooie fijne vleugels op hun rug dragen. De paddenstoelen die dan nog eens prachtig oplichten in de schaduw van de vuurvogel, en de boomstammen die via donkerblauwe schakeringen mysterieus contrasteren op de achtergrond voorzien het boek van enkele prachtige platen. De combinatie van de fijne lijntekeningen en het digitale spel van kleuren en contrasten zijn zeker en vast een winner. Jammer wel dat enkele belangrijke verhaalelementen niet in de tekeningen te zien zijn. Het ei dat Kashei’s onsterfelijkheid bevat, en dat zichtbaar wordt wanneer de vuurvogel voor hem danst zodat Ivan het kan vernietigen, is bijvoorbeeld volledig weggelaten uit de tekening. Net zoals enkele sfeerelementen uit de tekst, die al even magische beelden oproept als de tekeningen, o.a. in de beschrijving van de mysterieuze boomgaard. Maar die elementen ontbreken dan soms in de tekening, zoals de vermelde ‘vuurrode appelen’ in de boomgaard. Een wat gemiste kans om de tekeningen de tekst te laten ondersteunen en te complementeren (of vice versa). Desalniettemin blijft het leuk om folklore vertaald te zien worden in een mooi verteld en vormgegeven boek.
Elise Cools - september 2020
Auteur
Bette Westera
Illustrator
Djenné Fila
Uitgeverij
Volt
Jaartal
2020
ISBN
9789021420684
Aantal pagina's
40
Prijs
€15,99