Anders. Anders is anders – en dat is heel gewoon!
Anders houdt niet van felle prikkels, van rommel of van veel mensen. Hij is graag alleen of met zijn ASS (autisme) hulphond. Hij houdt van dino’s, lijstjes en vaste routines. Hij heeft af en toe een lege pagina nodig. ‘Anders is een beetje anders dan anders, of toch niet?’ Op zich is anders zijn niet raar, want iedereen is anders. Anders zou het maar saai zijn. Laat Anders dus maar gewoon anders zijn.
De tekst en tekeningen van dit prentenboek klikken goed in elkaar. Enkele scènes zijn mooi weergegeven, zoals de dagelijkse geluiden die voor overprikkeling kunnen zorgen, of je voelt ook de rust wanneer Anders dino’s tekent of geniet van een ‘lege pagina’. Andere pagina’s zijn dan weer drukker. De schutbladen aan het begin van het boek scheppen onmiddellijk een open sfeer. Je ziet er mensen die allemaal ‘iets’ hebben, gaande van grote en kleine fysieke aandoeningen tot ontwikkelings- of leerproblemen tot gewone en bijzondere uiterlijke kenmerken. De auteur neemt daarbij ook minder typische vormen van ‘anders’ zijn op. Het verhaal zelf gaat echter over Anders, een jongen met een autismespectrumstoornis (ASS), ook wel ‘autisme’ genoemd. Het beeld dat van ASS geschetst wordt, is wel wat klassiek en wringt wat met de open sfeer die eerst gecreëerd wordt. Sowieso zullen niet alle kinderen met ASS zich in Anders herkennen want zij zijn ook weer allemaal heel anders. Het tweede thema, namelijk dat anders zijn heel gewoon is, komt meer tot uiting op het einde van het boek. Er wordt gespeeld met ‘anders’ en ‘gewoon’. Toch blijft de nadruk wel op ‘anders’. Het mag duidelijk zijn dat dit boek interessante gespreksstof biedt.
Marjolein Noé - oktober 2019