Pluizuit leest en bespreekt kinder-en jeugdboeken.

 Titel:

 En nog een fijne vakantie

 Reeks:

 Levensecht

 Auteur:

 Jan Ploeger

 Aantal blz.

 149

 Illustrator:

 (omslag) Marijke Meersman

 ISBN:

 90-448-0434-0

 Uitgever:

 Clavis

 uitgavejaar

 2005

 Vertaler uit…:

 

 Leeftijd:

 + 12

 Originele titel:

 

 AVI:

 7

 Thema’s:

 verhuizen, platteland, identiteit, echtscheiding

 Prijs: €

 13,95

 

 

Esgo verhuist op zijn dertiende, zeer tegen zijn zin, van de stad naar een godvergeten dorpje op het platteland. Er valt niks te beleven, hij heeft een hekel aan Flop, de nieuwe vriend van zijn moeder, en hij weet met zichzelf ook geen blijf. Hij trekt naar zijn vader in de stad maar ook dat valt tegen. Blijft er alleen de vreemde oude Wiep over die op een oude woonschuit woont en de familie Lisse, hun excentrieke buren. Dan komt het tot een uitbarsting.

De achterflap vermeldt: ‘Een geslaagd, serieus maar af en toe ook komisch portret van een doorsnee tiener die op zoek gaat naar zijn identiteit en thuis’. Daar is echter weinig van te merken. Het is eerder een beschrijving van een bepaalde periode uit het leven van Esgo. Het had evengoed een jaar ervoor of erna kunnen geworden zijn. En niet alleen de buren zijn excentriek: elk personage handelt of reageert op een vreemde manier. Zijn moeder doet haar best om normaal te doen, maar op het einde gaat ze met haar zus even op vakantie omdat ze de stress niet aankan! Zijn vader is een opvliegende kerel die de boel even komt vertimmeren omdat hij het niet eens is met de situatie. Flop is een goedaardig mannetje dat nooit kwaad wordt en overal tracht te bemiddelen. Alle personages lijken zo weggelopen uit een ‘Flodder’-film. Esgo zelf is een erg brutaal gebekt kereltje die maar weinig met zijn medemens op heeft. Over de situatie met zijn ouders, en het gedrag van zijn vader, lijkt hij volkomen uit de lucht te vallen. Wat heeft die dan de jaren voordien gedaan? Als mondige dertienjarige had hij de situatie toch enigszins moeten kennen? Hij onderneemt zelf weinig om de situatie te verbeteren; hij lijkt ook de enige jongere in het dorp want er komt niemand anders van zijn leeftijd in het verhaal voor. En zelfs als hij met de volwassenen een belangrijk werk mag meedoen, – het ophalen van de gezonken woonboot van Wiep – moppert hij nog.
Het verhaal en het woordgebruik is erg Nederlands: water, woonboten, tegenstelling platteland – stad, op de koffie gaan, opsodemieteren ….
Een verhaal van dertien in een dozijn.

 

Pol Van Damme
september 2006


Ons mailadres:pluizuit@hotmail.com
Recensie gepubliceerd of aangepast op:01 oktober, 2006