Titel:

 Ben ik dom?

 Reeks:

 Auteur:

 Ludo Enckels

 Aantal blz.

 221

 Illustrator:

 Omslag: Marijke Meersman

 ISBN:

 90-02-21570-3

 Uitgever:

 Standaard

 uitgavejaar

 2003

 Vertaler uit…:

 Leeftijd:

 + 10

 Thema’s:

 dyslexie

 Prijs: €

 12,95

Na de vakantie gaat Mike naar de middelbare school, een gebeurtenis waar hij aanvankelijk reikhalzend naar uit kijkt. De zomervakantie gaat voorbij zonder veel hoogtepunten, Mike ouders’ zijn immers druk in de weer met plannen om hun schroothandel te saneren en te moderniseren. Mike bouwt een oud busje om tot kippenren, niet alleen om zijn kippen een gezellige thuis te geven, maar vooral ook als toevluchtsoord. Op school gaat het niet zoals iedereen gehoopt had. Zijn moeder slingert steeds allerlei verwijten naar zijn hoofd wanneer hij weer eens met een slecht rapport thuiskomt. Mike vraagt zich af of hij dom of lui is. Hoe komt het dat het studeren telkens zo’n gevecht is, een gevecht met woorden, accenten en cijfers? Waarom verspringen die telkens van plaats? Mike laat dit een keer ontvallen bij zijn oudere zus Katy, maar voor de rest wordt er niet veel aandacht aan besteed. Tijdens de kerst- en paasvakantie moet Mike wel vier uur per dag studeren van zijn moeder, terwijl hij langzamerhand de interesse voor de school begint te verliezen. Hij verliest zelfs bijna de interesse in het leven. Wanneer hij op de reling van de brug met de dood staat te flirten, grijpt Frans, een oude vriend van zijn vader, in. Hij gaat met zijn ouders praten en dan krijgt het probleem van Mike eindelijk een naam: hij heeft dyslexie. Mike gaat naar een speciale school waar hij met zijn dyslexie zal leren omgaan en thuis wordt het een en ander gereorganiseerd zodat Mike de aandacht krijgt die hij, net als elk ander kind, nodig heeft.

  Ludo Enckels heeft veel van zichzelf in het personage van Mike gestoken. In een nawoord vertelt hij de lezer dat hij zelf dyslectisch is, en dat het personage van Mike dicht bij hem ligt. Mike verandert van een zorgeloze tiener in een moedeloze jongen. De negatieve ervaringen stapelen zich op zonder dat er een echte oplossing uit de bus komt: zijn schoolresultaten vallen tegen maar zijn moeder verwijt hem dat hij lui is en zijn kansen verspeelt. Zij heeft zelf niet kunnen studeren en projecteert haar mislukte dromen op haar zoon. Zijn oudere zus raakt zwanger, gaat werken aan de kassa in een supermarkt en trouwt in plaats van haar studies af te maken. Zo wordt Mike de enige in huis die de verlangens van moeder kan waarmaken. Zijn vader, waar hij aanvankelijk veel tijd mee doorbracht in de oude hangar bij het sleutelen aan oude motoren, wordt volledig in beslag genomen door de bouw van de nieuwe fabriek. Mike zoekt steun en vriendschap bij zijn kippen en bouwt de kippenren om tot een bijna ondoordringbare kippenburcht waarin hij zich steeds meer afzondert. De moeder wordt als een zure, gefrustreerde vrouw neergezet. De vader blijkt ook dyslectisch te zijn (dyslexie is vaak erfelijk) en wordt als een goedige, handige en begripvolle man gekarakteriseerd. Het boek vertelt een schooljaar uit het leven van Mike, dat vrij ontspannen en zorgeloos begint en tot een climax groeit, het moment waarop Mike zich van het leven wil beroven, maar dan volgt er een snelle ontknoping en eindigt het boek heel positief en hoopgevend. Het boek wordt ingeleid door Prof. Dr. Pol Ghesquière.

Inge Umans