Zoals het in sprookjes
betaamt, werd er in het paleis een prinsesje geboren, blank als sneeuw en
zacht als schaapjesvacht. Zij groeit op als kool, maar kan enkel klinkers
spreken. Zal iemand ooit van dit meisje kunnen houden?
Op een dag verschijnt er een beeldschone prins aan de poort. Een prins die
alleen maar medeklinkers kan spreken.
En natuurlijk zoals dat gaat in sprookjes en zoete verhalen: de prins en de
prinses trouwen met elkaar.
Maar dan vragen de auteurs zich af: ‘Is dit dan zo’n sprookje?’, de
twijfel slaat toe en de zwarte nachtraaf duikt op. Eén kus van de een als
de ander slaapt geeft de ander alle taal en de een niets. Zal de een de
ander kussen? En wie zal wie kussen?
Het noodlot slaat toe, donkerte neemt bezit van hen en de nacht zal altijd
koud zijn…
Dit tedere sprookje
heeft alle ingrediënten van de klassieke sprookjes, maar biedt je zoveel
meer. De auteurs spelen met taal en weven laag na laag in dit niet zo
eenvoudige maar innemende verhaal.
De woorden en zinnen laten zich ‘proeven’ en vaak wil je stukjes
herlezen om ze te vatten in de juiste context. In de tekst lees je trouwens
vaak herhalingen vanuit verschillende standpunten, die de sfeer versterken.
Zo sleept dit sprookje je mee in een vreemd universum waarin de taal
centraal staat.
Geluk en noodlot wisselen elkaar voortdurend af.
Perfect hierbij aansluitend verrast Gaudesaboos met zijn al even gelaagde
illustraties en de uitgepuurde lay-out.
In zijn suggestieve prenten in retrostijl mengt hij een gestileerd kubisme
met de sierlijkheid van de art nouveau. Zo verenigt hij een geladen
afstandelijkheid met de zwoele romantiek. De totale lay-out en de
kleurkeuzes geven het geheel een imponerende sfeer mee.
Vermits de uitgever
Pantalone steeds streeft naar een poëtische synergie tussen woord, beeld en
muziek, die zowel kinderen als volwassenen kan boeien, vind je in dit boek
ook een audio-cd, waarop je het volledige sprookje kan horen met
bijbehorende muziek. Muziek en liedjes die refereren naar volksmuziek en
meerstemmige luisterliedjes wisselen elkaar af met expressieve
vertelfragmenten.
Eric Vanthillo
februari 2008
|